Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);
Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse Regering of deputatie bevoegd is;
Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald hoofdstuk 10 betreffende de bepalingen van de melding;
Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;
Gelet op de melding van een nieuwe inrichting gedaan op 13 oktober 2020 door de heer Kristof Cornelis, Blekkervijverstraat 5 in Aalter inzake een propaangastank met een volume van 2.400 l gelegen in Schuurlo 1 in Aalter en gekend in het kadaster als Aalter afd. 3, sectie G, nr. 0183A;
Overwegende dat de inrichting volgens het gewestplan Eeklo-Aalter (koninklijk besluit van 24 maart 1978) gelegen is binnen een landschappelijk waardevol agrarisch gebied; dat het plaatsen van een gastank mogelijk is binnen dit gebied;
Overwegende dat de gastank wordt gebruikt als brandstof voor de verwarmingsinstallatie;
Overwegende dat op basis van het toegevoegde plan kan gesteld worden dat de veiligheidsafstanden worden gevolgd; dat de onmiddellijke omgeving, waar de tank gelegen is, dient gevrijwaard te zijn van bomen en struiken;
Overwegende dat de inrichting gelegen is in niet-infiltratiegevoelig gebied en in mogelijks overstromingsgevoelig gebied, dat de aanvraag geen bijkomende oppervlakteverharding zal genereren en derhalve verenigbaar is met de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid;
Overwegende dat voor Aalter een goedgekeurd zoneringsplan beschikbaar is en dat de inrichting gelegen is in een individueel te optimaliseren buitengebied;
Overwegende dat de propaangastank een volume heeft van 2.400 liter; dat het een ondergrondse propaangastank is; dat de tank dient gekeurd te worden alvorens in dienst te nemen; dat de bepalingen binnen artikel 5.17.3.1.7 van Vlarem II dienen gevolgd te worden;
Overwegende dat, gelet op de in de melding beschreven werkwijze, deze inrichting geen negatieve invloed zal hebben op lucht, water en bodem;
Overwegende dat de gevraagde exploitatie geen milieuhygiënische problemen stelt;
Akte te nemen van de melding van een nieuwe inrichting gedaan op 13 oktober 2020 door de heer Kristof Cornelis, Blekkervijverstraat 5 in Aalter inzake een propaangastank met een volume van 2.400 l gelegen in Schuurlo 1 in Aalter en gekend in het kadaster als Aalter afd. 3, sectie G, nr. 0183A .
De toepasselijke rubriek volgens het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning is de volgende:
Dat de in artikel 1 bedoelde aktename afhankelijk is van de strikte naleving van:
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van Vlarem II, waarvan de hierna vermelde voorwaarden bijzondere aandacht verdienen:
Algemene voorwaarden:
Sectorale voorwaarden:
Het project kan uitgevoerd of geëxploiteerd worden de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
Tegen deze beslissing kan een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging ingediend worden bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen. De procedure wordt geregeld in het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges.