Terug
Gepubliceerd op 06/04/2020

2020_CBS_00989 - Collegebeslissing betreffende de aanleg van een seinkabel in de Stationsstraat op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 23/03/2020 - 16:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_00989 - Collegebeslissing betreffende de aanleg van een seinkabel in de Stationsstraat op verzoek van Fluvius 2020_CBS_00989 - Collegebeslissing betreffende de aanleg van een seinkabel in de Stationsstraat op verzoek van Fluvius

Motivering

Motivering

Gelet op de aanvraag van 10 maart 2020 van Fluvius voor de aanleg van een seinkabel in de Stationsstraat;

Gelet op het ontwerpplan nr. 336473-SN met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat een wachtbuis HDPE50 voor seinkabel wordt aangelegd voor het verbinden van een zendmast van Orange in de Stationsstraat; dat 134 meter ondergronds kabelnet wordt aangelegd; dat er een verbinding wordt uitgevoerd ter hoogte van het voetpad tussen de trekput ter hoogte van politie nr. 164 via een onderboring van de Stationsstraat ter hoogte van school nr. 128 tot de zendmast op privéterrein ter hoogte van nr. 131; dat de werken dienen te worden uitgevoerd tijdens het schoolverlof gezien de trekput zich ter hoogte van de schooltoegang bevindt;

Overwegende dat de sleufwerken zich bevinden ter hoogte van enkele toegangen naar parkings; dat de heraanleg ter hoogte van deze toegangen delicaat is aangezien de toegang slechts voor korte tijd kan onderbroken worden; dat de kleinschalige verharding in 2018 werd hersteld gelet op terugkerende problemen; dat het herstel na de sleufwerken bijgevolg duurzaam en volgens de richtlijnen van het bestuur dient te gebeuren; dat er voldoende tijdige en duidelijke communicatie naar de betrokkenen dient gevoerd te worden.

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan het ontwerpplan nr. 336473-SN van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor de aanleg van een seinkabel in de Stationsstraat, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • gezien er zich een schooltoegang ter hoogte van de werken bevindt, dienen de werken tijdens de schoolvakantie te worden uitgevoerd.
  • de wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname.
  • er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • de aanpalende bewoners en bedrijven dienen minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt.
  • het afsluiten van de toegangen kan slechts beperkt en mits tijdige en duidelijke communicatie.
  • het gemeentebestuur wenst een kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving in 3 exemplaren bezorgd te worden aan het gemeentebestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • de leidingen worden in de zijberm aangelegd. De rijweg wordt maximaal gevrijwaard en kan onder geen beding worden opgebroken. Het aanleggen van de nieuwe leidingen onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen.
  • opbraak van de rijweg in kws-verharding in langsrichting is in geen geval toegelaten. Indien de aanleg van de leidingen in de zijberm technisch onhaalbaar blijkt, dient er contact opgenomen te worden met het gemeentebestuur.
  • aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen, opritten en in voetpaden mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
    • aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden verdicht.
    • de opgebroken opritten en voetpaden in kleinschalige verharding dienen oordeelkundig te worden hersteld, met minimale dikte van fundering in mager beton van 20 cm en een legbed van 3 cm zandcement. 
    • Gebroken of beschadigde klinkers of betontegels worden vervangen door identieke of gelijkwaardige exemplaren. Het bestaand legverband wordt gevolgd.
    • Omwille van de specifieke bestrating, dienen de bestaande tegels hergebruikt worden. In geval van gebroken klinkers, kan een beperkte hoeveelheid klinkers besteld worden via het gemeentebestuur. 
    • De klinkers worden opgevoegd met gemodificeerde voegmortel.
    • resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in berm, voetpadzone en opritten dienen op vraag van het gemeentebestuur ter beschikking te worden gesteld.
    • Het herstel van de voetpaden ter hoogte van de toegangen vraagt extra aandacht. De uitvoeringsmethode en de materialen wordt afgestemd op te verwachten belasting en de beperkte tijd dat de toegang afgesloten kan worden. De uitvoeringsmethode wordt daarom vooraf voorgelegd aan het gemeentebestuur via wegen@aalter.be.
  • de nieuwe leidingen worden aangelegd op minimum 30 cm afstand van de bestaande hoofdriolering en ingebuisde grachten. Ze kruisen op minimum 20 cm afstand de bestaande huisaansluitingen op het rioleringsstelsel. Schade aan de openbare riolering (inclusief huisaansluitingen en kolkaansluitingen) ten gevolge van graafwerken wordt onmiddellijk gemeld aan het gemeentebestuur en oordeelkundig hersteld, waarvan het bewijs geleverd wordt door fotomateriaal.
  • indien werken uitgevoerd worden ter hoogte van aanwezige bomen dienen volgende algemene voorwaarden te worden gerespecteerd:
    • afbakenen van een ‘beschermingszone’ ter hoogte van de bomen. De beschermingszone moet het wortelgestel beschermen tegen beschadiging. De grootte van de beschermingszone wordt als volgt bepaald: de kroonprojectie + 2,5 meter buiten de kroonprojectie.
    • binnen de beschermingszone mag er geen bodemverstoring of bodemverdichting zijn, geen ophoging of afgraving van de grond, geen opslag van materiaal, geen afval of puin storten, noch op de grond, noch in een container, geen toegang voor voertuigen of parking, geen tijdelijke gebouwen of werfketen, geen vuurtjes, alle ondergrondse leidingen omleiden buiten de beschermingszone, veranderingen in oppervlakkige waterafvoer in of uit de beschermingszone vermijden, geen waterhoeveelheden groter dan 100 liter uitgieten in de buurt van de bomen (bv spoelwater), solventen niet uitgieten in de buurt van de bomen, veranderingen in drainage zo ontwerpen dat de natuurlijke waterhuishouding binnen de beschermingszone zoveel mogelijk bewaard blijft, het zwenkbereik van torenkranen aanpassen zodat de boomkroon niet kan geraakt worden, ook niet door doorhangende kabels.
    • verplicht gebruik van perstechniek in de omgeving van de stam (= zone tot 2,5 m van de stam verwijderd), geen open sleuven. Het persen of boren gebeurt recht onder de boomstam om zo het minst wortels te beschadigen. De leidingen en kabels onder de boom moeten minstens 1 m diep gelegd worden.
    • machinaal grondverzet is verboden; binnen de beschermingszone van de boom (= 2 m tot buiten de kroonprojectie) wordt handmatig een sleuf gegraven, hierbij worden alle wortels met handgereedschap afgezaagd. De wortels worden dwars doorgezaagd met een scherpe handsnoeizaag. De verdere afgraving weg van de boom kan met zwaar materiaal, zonder extra wortelschade voor de boom. Wortels worden zoveel mogelijk behouden en er worden geen wortels dikker dan 5 cm weggenomen.
    • om de wortels te beschermen tegen uitdroging, wordt het blootgelegd bodemprofiel zo vlug mogelijk afgewerkt met aarde.
    • de uitvoering van de werken dient omzichtig te gebeuren opdat er geen schade wordt aangebracht aan het bovengronds gedeelte van de boom (stam, takken). Bij accidentele schade dient het gemeentebestuur ingelicht te worden, die zal bepalen welke maatregelen getroffen moeten worden.
    • de bermen dienen in hun oorspronkelijke staat te worden hersteld.
    • alle afwijkingen moeten goedgekeurd worden door het gemeentebestuur.
  • in geval van werken ter hoogte van beplanting gelden volgende voorwaarden:
    • beschadiging aan beplanting dient zoveel mogelijk te worden voorkomen door middel van onderboring.
    • de te verwijderen beplanting dient vervangen te worden door nieuwe beplanting van dezelfde soort en maat ofwel dient de beplanting gedurende de duur van de werken (maximaal 1 week) te worden ingekuild en zo snel mogelijk opnieuw te worden aangeplant (bij droogte dient aan de beplanting regelmatig water te worden gegeven).
  • het is verboden materialen ‘allerlei’ te stockeren in beplantingsvakken.
  • na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • het gemeentebestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.