2022_CBS_00077 - Collegebeslissing betreffende het opnemen van de uitleenboxen van het Huis van het Kind in de catalogus van ArtA'A

Gelet op het decreet van 20 november 2013 betreffende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, hoofdstuk 3, artikel 7 dat bepaalt dat een Huis van het Kind een lokaal samenwerkingsverband is tussen actoren op vlak van preventieve gezinsondersteuning;

Gelet op het decreet van 20 november 2013 betreffende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning, hoofdstuk 3, artikel 8 dat stelt dat een Huis van het Kind minimaal inzet op preventieve gezondheidszorg, opvoedingsondersteuning en activiteiten met als doel om ontmoeting en sociale cohesie te bevorderen;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 28 mei 2019 betreffende de oprichting van Huis van het Kind Aalter;

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 2 maart 2020 betreffende de bekendmaking van Huis van het Kind aan de doelgroep; 

Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 8 juni 2020 betreffende de uitwerking van het Huis van het Kind Aalter;

Overwegende dat de uitbouw van een Huis van het Kind is opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 onder AP0501_010 Aalter zet in op de uitbouw van een netwerk Huis van het Kind;

Overwegende dat 'spel en ontmoeting' een van de basispijlers is van een Huis van het Kind; dat eind december 2019 een extra subsidie ten bedrage van 1.000 euro werd uitbetaald om hier extra op in te zetten; dat deze subsidie aangewend werd om uitleenboxen uit te werken; dat deze uitleenboxen bedoeld zijn voor zowel professionals als particulieren die interesse hebben in het thema; dat de doelstelling van de uitleenboxen is om de doelgroep te ondersteunen; dat één van de kerntaken van een Huis van het Kind is om opvoeders te ondersteunen in hun rol; 

Overwegende dat er op dit moment 5 verschillende uitleenboxen zijn; dat dit aanbod in de toekomst verder zal worden uitgebreid; 

Overwegende dat de uitleenboxen zullen worden opgenomen in het reguliere uitleenaanbod van de bibliotheek; dat op deze manier geen versnippering ontstaat; dat er op deze manier geen extra logistieke en administratieve last ontstaat voor de coördinator van het Huis van het Kind; dat het uitleenaanbod in verdere samenwerking kan worden uitgewerkt;