Gelet op de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);
Gelet op artikel 133, 2de alinea en artikel 135 §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet beschikt de burgemeester over uitvoerende politiebevoegdheden en kan de burgemeester politiebesluiten maken;
Gelet op artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet: “De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :….
5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;”
Gelet op de richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid betreffende lokale initiatieven voor bron- en contactonderzoek;
Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 8 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 15 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 20 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID−19 te beperken;
Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Gelet op het ministerieel schrijven van 24 juli 2020 inzake het beheer van de federale fase en de uitvoering van lokale maatregelen;
Gelet op de burgemeesterbeslissing van 27 juli 2020 betreffende de lokale contactopsporing om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Overwegende dat de burgemeesters in overleg met de gouverneur en de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze voorzien in het ministerieel besluit van 24 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;
Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het Covid-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid; dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om te vermijden dat de gezondheidszorg onder zodanig zware druk komt te staan, dat de algemene zorgverlening volledig in het gedrang komt;
Overwegende dat in het bestrijden van heropflakkeringen van COVID-19 de lokale besturen en de zorgraden met hun netwerk een belangrijke rol spelen; dat veel lokale besturen die rol op een goede manier willen opnemen; dat lokale initiatieven en het centrale systeem van contact- en bronopsporing elkaar kunnen versterken; dat daarvoor 3 scenario’s zijn uitgewerkt die op elkaar verder bouwen:
1. Basisscenario
Het lokaal bestuur focust zich op het sensibiliseren van haar burgers en ziet toe op en handhaaft de al bestaande maatregelen (zoals dragen van mondmaskers, regels voor veilige afstand in de horeca). Dit is in feite de belangrijkste taak voor elke overheid. Een virus met een vrij lange incubatietijd en waarbij we elkaar kunnen besmetten zonder symptomen, kunnen we alleen bedwingen als iedereen zich houdt aan de regels zoals afstand houden en contacten beperken. Lokaal kan een enorme meerwaarde geboden worden in het sensibiliseren van met traditionele media moeilijk te bereiken doelgroepen, zoals anderstaligen, jongeren, mensen met een lager inkomen, mensen met een multiculturele achtergrond.
2. Complementair en ondersteunend scenario
Bovenop het basisscenario gaat een gemeente in deze piste actief lokale uitbraken beheren en complementair werken met het centrale contact- en opsporingswerk. In dit scenario gaat het centrale contactonderzoek het leeuwendeel van de patiënten contacteren en hun contactpersonen. Het lokaal bestuur vult dit systeem aan door een selectie (meestal door de huisarts) van "moeilijke" patiënten voor te bereiden op dit contactonderzoek, door hen te helpen bij het begrijpen van wat ze moeten doen (ook qua isolatie) en in de moeilijkste gevallen zelf de contactpersonen door te geven aan het centrale contactonderzoek. Zo kunnen huisartsen en andere zorgdisciplines en maatschappelijk werkers besmette personen die weinig ontvankelijk staan voor isolatiemaatregelen en het meedelen van contacten sensibiliseren, voorbereiden en helpen om klaar te staan wanneer de call center agents bellen. Daarbovenop onderzoekt het lokaal bestuur verbanden tussen patiënten en mogelijke risicolocaties (bronnen) om daar gerichte beleidsmaatregelen te nemen. Om met dit scenario te starten, moet het lokaal bestuur samenwerken met de zorgraad van de eerstelijnszone. De zorgraad beschikt over een COVID-19-team, waarmee contacten gelegd kunnen worden om de lokale zorgverleners in de regio te activeren in dit scenario.
De maatschappelijk werkers van de sociale dienst zullen dus gevraagd worden om
Om met dit scenario te starten, moet er samengewerkt worden met de zorgaad. De zorgraad beschikt over een COVID-19-team, waarmee we contacten kunnen leggen om de lokale zorgverleners in de regio te activeren in dit scenario.
3. Semi-autonoom contactonderzoek
Lokale besturen die nog meer willen doen dan scenario 1. en 2., zetten daarbovenop een (semi-autonoom) contactopsporingssysteem op. Het gaat om een samenwerking tussen een lokaal opsporingssysteem en het centraal opsporingssysteem die allebei werken op één centraal dataplatform en met hetzelfde IT-systeem. Het lokale contactonderzoek richt zich op het contacteren van alle patiënten in die regio, terwijl het centrale contactonderzoek vervolgens de contactpersonen van die patiënten opbelt. Om hiermee te kunnen starten, moeten eerst in overleg een aantal afspraken gemaakt worden en die in een overeenkomst vastgelegd worden, te ondertekenen door de gemandateerden van de lokale initiatiefnemers en van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid wilt starten met een aantal proefprojecten. Lokale besturen die dit willen doen, moeten zich hiervoor aanmelden voor vrijdag 14 augustus.
Aan dit scenario 3 worden strenge voorwaarden opgelegd:
Overwegende dat in scenario 3 de lokale contacttracing moet samenvallen met de eerstelijnszone; dat hiervoor strenge voorwaarden gelden; dat de contacttracing door het Agentschap Zorg en Gezondheid intussen verder op punt is gezet en de cijfers verbeterd zijn waardoor de lokale contacttracing kan afgebouwd worden;
Bovenop het basisscenario actief lokale uitbraken beheren en complementair werken met het centrale contact- en opsporingswerk.
Aan de maatschappelijk werkers van de sociale dienst te vragen om in samenwerking met de Zorgraad:
Samen te werken met de zorgraad en het COVID-19 team van de zorgraad om de lokale zorgverleners in de regio te activeren.
De burgemeesterbeslissing van 27 juli 2020 betreffende de lokale contactopsporing om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken op te heffen met ingang van 14 augustus 2020.