Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_BURG_00107 - Burgemeesterbeslissing betreffende de keuze voor het complementair en ondersteunend scenario om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

Burgemeester
do 13/08/2020 - 17:00 *
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_BURG_00107 - Burgemeesterbeslissing betreffende de keuze voor het complementair en ondersteunend scenario om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken 2020_BURG_00107 - Burgemeesterbeslissing betreffende de keuze voor het complementair en ondersteunend scenario om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0052

Regelgeving: bevoegdheid (bijzonder)

Gelet op de verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (Algemene Verordening Gegevensbescherming);

Gelet op artikel 133, 2de alinea en artikel 135 §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet beschikt de burgemeester over uitvoerende politiebevoegdheden en kan de burgemeester politiebesluiten maken;

Gelet op artikel 135 §2 Nieuwe Gemeentewet: “De gemeenten hebben ook tot taak het voorzien, ten behoeve van de inwoners, in een goede politie, met name over de zindelijkheid, de gezondheid, de veiligheid en de rust op openbare wegen en plaatsen en in openbare gebouwen. Meer bepaald, en voor zover de aangelegenheid niet buiten de bevoegdheid van de gemeenten is gehouden, worden de volgende zaken van politie aan de waakzaamheid en het gezag van de gemeenten toevertrouwd :….

5° het nemen van passende maatregelen om rampen en plagen, zoals brand, epidemieën en epizoötieën te voorkomen en het verstrekken van de nodige hulp om ze te doen ophouden;”

Gelet op de richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid betreffende lokale initiatieven voor bron- en contactonderzoek; 

Motivering

Gelet op het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende federale maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; 

Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID - 19 te beperken; 

Gelet op het ministerieel besluit van 17 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 8 mei  2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 mei  2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 20 mei  2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 mei 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 5 juni 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 23 maart 2020 houdende de dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID–19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID−19 te beperken;

Gelet op het ministerieel besluit van 24 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; 

Gelet op het ministerieel schrijven van 24 juli 2020 inzake het beheer van de federale fase en de uitvoering van lokale maatregelen; 

Gelet op de burgemeesterbeslissing van 27 juli 2020 betreffende de lokale contactopsporing om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken; 

Overwegende dat de burgemeesters in overleg met de gouverneur en de bevoegde overheden van de gefedereerde entiteiten aanvullende preventieve maatregelen kunnen nemen ten opzichte van deze voorzien in het ministerieel besluit van 24 juli 2020 houdende wijziging van het ministerieel besluit van 30 juni 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken;

Overwegende dat er maatregelen moeten worden genomen om de verdere verspreiding van het Covid-19 virus tegen te gaan in het kader van de bescherming van de openbare gezondheid; dat deze maatregelen noodzakelijk zijn om te vermijden dat de gezondheidszorg onder zodanig zware druk komt te staan, dat de algemene zorgverlening volledig in het gedrang komt;

Overwegende dat in het bestrijden van heropflakkeringen van COVID-19 de lokale besturen en de zorgraden met hun netwerk een belangrijke rol spelen; dat veel lokale besturen die rol op een goede manier willen opnemen; dat lokale initiatieven en het centrale systeem van contact- en bronopsporing elkaar kunnen versterken; dat daarvoor 3 scenario’s zijn uitgewerkt die op elkaar verder bouwen:

1. Basisscenario 

Het lokaal bestuur focust zich op het sensibiliseren van haar burgers en ziet toe op en handhaaft de al bestaande maatregelen (zoals dragen van mondmaskers, regels voor veilige afstand in de horeca). Dit is in feite de belangrijkste taak voor elke overheid. Een virus met een vrij lange incubatietijd en waarbij we elkaar kunnen besmetten zonder symptomen, kunnen we alleen bedwingen als iedereen zich houdt aan de regels zoals afstand houden en contacten beperken. Lokaal kan een enorme meerwaarde geboden worden in het sensibiliseren van met traditionele media moeilijk te bereiken doelgroepen, zoals anderstaligen, jongeren, mensen met een lager inkomen, mensen met een multiculturele achtergrond.

2. Complementair en ondersteunend scenario

Bovenop het basisscenario gaat een gemeente in deze piste actief lokale uitbraken beheren en complementair werken met het centrale contact- en opsporingswerk. In dit scenario gaat het centrale contactonderzoek het leeuwendeel van de patiënten contacteren en hun contactpersonen. Het lokaal bestuur vult dit systeem aan door een selectie (meestal door de huisarts) van "moeilijke" patiënten voor te bereiden op dit contactonderzoek, door hen te helpen bij het begrijpen van wat ze moeten doen (ook qua isolatie) en in de moeilijkste gevallen zelf de contactpersonen door te geven aan het centrale contactonderzoek. Zo kunnen huisartsen en andere zorgdisciplines en maatschappelijk werkers besmette personen die weinig ontvankelijk staan voor isolatiemaatregelen en het meedelen van contacten sensibiliseren, voorbereiden en helpen om klaar te staan wanneer de call center agents bellen. Daarbovenop onderzoekt het lokaal bestuur verbanden tussen patiënten en mogelijke risicolocaties (bronnen) om daar gerichte beleidsmaatregelen te nemen. Om met dit scenario te starten, moet het lokaal bestuur samenwerken met de zorgraad van de eerstelijnszone. De zorgraad beschikt over een COVID-19-team, waarmee contacten gelegd kunnen worden om de lokale zorgverleners in de regio te activeren in dit scenario. 

De maatschappelijk werkers van de sociale dienst zullen dus gevraagd worden om 

  1. moeilijk te bereiken patiënten (bv. kansarmen, mensen met taalproblemen, doelgroepen met multiculturele achtergrond, mensen met armoedeproblemen etc) te helpen hun contactpersonen door te geven aan het centrale contactonderzoek en hen te helpen bij het volhouden van een thuisisolatie (COVID-coaching)
  2. lokaal complexere situaties uit te zoeken waar mogelijk risicovolle contacten zijn geweest
  3. lokaal uitbraken te analyseren en verbanden te leggen tussen patiënten en zelf aan bronnenonderzoek te doen, wat op zijn beurt kan leiden tot meer sensibilisatie naar een specifieke doelgroep) of maatregelen (sluiten van een locatie, handhaving van veiligheidsmaatregelen) (lokale brononderzoeker).

Om met dit scenario te starten, moet er samengewerkt worden met de zorgaad. De zorgraad beschikt over een COVID-19-team, waarmee we contacten kunnen leggen om de lokale zorgverleners in de regio te activeren in dit scenario.

  • We zullen immers goede afspraken nodig hebben met de huisartsen in de regio. Zij kennen de patiënt het beste, hebben een vertrouwensrelatie en kunnen het beste aangeven welke patiënten lokale begeleiding en ondersteuning nodig hebben, en vangen ook vaak als eerste signalen op van mogelijke verbanden of bronnen.
  • De zorgraad beschikt ook over de toegang tot individuele patiëntengegevens: een medische expert in die zorgraad heeft daar toegang toe en kan die gericht (niet structureel) delen met andere zorg- en welzijnswerkers onder een gedeeld beroepsgeheim, bijvoorbeeld om een patiënt bij te staan met hulp bij het volhouden van de thuisisolatie.
  • Daarnaast moeten we een pool van huisbezoekers samenstellen. Deze huisbezoekers kunnen op aangeven van de huisarts of de medische expert van de zorgraad naar patiënten gestuurd worden om de begeleiding te bieden voor het contactonderzoek en de opvolging te doen van de isolatie; zij kunnen ook de patiënten verder bevragen om de verbanden tussen patiënten bloot te leggen en eventuele risicovolle locaties (bronnen) op te sporen. Deze pool van huisbezoekers kunnen we lokaal samenstellen met mensen met een zorg- of welzijnsprofiel zoals maatschappelijk medewerkers van de gemeente (bv. OCMW-medewerkers), lokale buurtwerkers, straathoekwerkers, gekwalificeerde vrijwilligers, medewerkers van CAW's en diensten maatschappelijk werk...

3. Semi-autonoom contactonderzoek

Lokale besturen die nog meer willen doen dan scenario 1. en 2., zetten daarbovenop een (semi-autonoom) contactopsporingssysteem op. Het gaat om een samenwerking tussen een lokaal opsporingssysteem en het centraal opsporingssysteem die allebei werken op één centraal dataplatform en met hetzelfde IT-systeem. Het lokale contactonderzoek richt zich op het contacteren van alle patiënten in die regio, terwijl het centrale contactonderzoek vervolgens de contactpersonen van die patiënten opbelt. Om hiermee te kunnen starten, moeten eerst in overleg een aantal afspraken gemaakt worden en die in een overeenkomst vastgelegd worden, te ondertekenen door de gemandateerden van de lokale initiatiefnemers en van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid wilt starten met een aantal proefprojecten. Lokale besturen die dit willen doen, moeten zich hiervoor aanmelden voor vrijdag 14 augustus.
 Aan dit scenario 3 worden strenge voorwaarden opgelegd:

  1. De lokale contactopvolgingsinitiatieven vallen samen met een of meerdere eerstelijnszones. Het is anders onmogelijk om op een ordentelijke manier een afstemming te realiseren tussen zorgraden van eerstelijnszones en hun COVID19-team indien dit niet het geval zou zijn. Met andere woorden, indien het initiatief zou uitgaan van één enkel lokaal bestuur, dan is dat geen probleem indien dit overeenkomt met het werkingsgebied van minstens één eerstelijnszone. Is dat niet het geval, dan moet er overlegd worden met de buurgemeenten om gezamenlijk een aanvraag tot proefproject namens de lokale besturen van de eerstelijnszone (of meerdere eerstelijnszones) in te dienen. Spreek dat ook af met de zorgraad van de eerstelijnszone.
  2. De lokale contactopvolgingsinitiatieven gebruiken geen eigen data- of IT-systeem, maar maken gebruik van het gemeenschappelijke ICT-platform voor contactopsporing. De lokale contactopvolgingsinitiatieven staan zelf wel in voor de hardware, de telefoons, e.d.
  3. De lokale contactopvolgingsinitiatieven stellen voldoende gekwalificeerde personen ter beschikking die optreden als vrijwilligers onder supervisie van het agentschap Zorg en Gezondheid van het Vlaamse contact center overeenkomstig “het koninklijk besluit nr. 44 van 26 juni 2020 betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde regionale overheden of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano”. Zij zorgen dat alle nodige informatie in het gemeenschappelijk platform wordt ingegeven. Het verband met het Vlaamse contact center is hier juridisch belangrijk om aan de dataverwerking op een legaal onderbouwde wijze te kunnen uitvoeren, maar de term ‘vrijwilligers onder supervisie van het agentschap’ werd hier gebruikt voor de lokale medewerkers om duidelijk te maken dat er geen arbeidsrelatie ontstaat met het Vlaamse contact center of met Zorg en Gezondheid. De supervisie door het agentschap van de vrijwilligers zal zich in de feiten beperken tot een evaluatie van het rapport van de werkzaamheden van het lokaal contactopvolgingsinitiatief.
  4. De lokale contactopvolgingsinitiatieven contacteren prioritair de besmette personen uit de steden of gemeenten die wonen op het grondgebied van de steden of gemeenten die deel uitmaken van het lokale contactopsporingsinitiatief (script 1A) en de vaste collectiviteiten waarmee deze personen in contact zijn geweest (script 1B) volgens de gangbare scripts die terug te vinden zijn op de website ‘tracking against corona’. Zij ontvangen dagelijks de lijst van besmette personen voor hun werkingsgebied. De lokale medewerkers sluiten het gesprek met de besmette persoon af en voeren de noodzakelijke gegevens, zoals de te contacteren hoogrisico- en laagrisicopersonen in het gemeenschappelijk ICT-platform in volgens de gangbare procedures. De hoogrisico- en laagrisicopersonen worden gebeld door het centrale contactonderzoek. Zoals standaard voorzien probeert het centrale contactonderzoek deze personen 2 dagen op rij te bereiken met elke dag 6 belpogingen. Indien na 48 uur deze telefonische pogingen geen resultaat heeft opgeleverd, dan wordt het dossier terug overgemaakt aan het lokaal contactopvolgingsinitiatief om te proberen deze personen alsnog te bereiken. Daarnaast staat het lokale contactopvolgingsinitiatief prioritair in voor clusteranalyse  en verder onderzoek naar risicocontacten in de tijdelijke collectiviteiten binnen hun territoriaal bevoegdheidsgebied.
  5. De lokale contactopvolgingsinitiatieven staan in voor de opvolging van de thuisisolatie of quarantaine (telefonische opvolgingsgesprekken volgens de gangbare procedures).
  6. De lokale contactopvolgingsinitiatieven ontvangen informatie van de federale overheid over de mate waarin de labo’s binnen hun werkingsgebied de vastgestelde termijnen en kwaliteitsvereisten voor mededeling van testresultaten aan Sciensano respecteren en dragen ertoe bij om de betrokken labo’s aan te zetten tot het naleven van deze termijnen en kwaliteitsvereisten.
  7. De lokale contactopvolgingsinitiatieven werken samen met het Vlaamse contact center gedurende een proefperiode van één maand. Daarna zal een evaluatie gebeuren op basis van een rapportage van indicatoren die uit de centrale databank worden gehaald. Bij positieve evaluatie door het lokale contactopvolgingsinitiatief en door het agentschap Zorg en Gezondheid kan de werkwijze verdergezet worden voor een onderling te bepalen termijn.
  8. De juridische verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van het lokaal contactopvolgingsinitiatief moet lokaal afgedekt zijn. Alle lokale medewerkers van het lokaal contactopvolgingsinitiatief zullen een vertrouwelijkheidsclausule moeten ondertekenen.
  9. De personele en ICT-kosten vallen gedurende deze proefperiode ten laste van de lokale contactopvolgingsinitiatieven. Voor het gebruik van het gemeenschappelijke ICT-platform voor contactopsporing en -opvolging worden geen kosten aangerekend. De Vlaamse overheid onderzoekt de mogelijkheden tot ondersteuning.
  10. Qua opleiding zullen de lokale besturen gebruik maken van bestaande e-learning modules die te vinden zijn o.a. op de website “tracing against corona”.
  11. De Vlaamse overheid zal via de zorgraden en de huisartsenkringen dezelfde ondersteuning voorzien als in steden en gemeenten waar de contactopvolging louter centraal georganiseerd blijft.

Overwegende dat in scenario 3 de lokale contacttracing moet samenvallen met de eerstelijnszone; dat hiervoor strenge voorwaarden gelden; dat de contacttracing door het Agentschap Zorg en Gezondheid intussen verder op punt is gezet en de cijfers verbeterd zijn waardoor de lokale contacttracing kan afgebouwd worden; 

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur
<p>Artikel 63 van het decreet lokaal bestuur: Naast zijn bevoegdheden voor de uitvoering van de politiewetten, politiedecreten, politieverordeningen, politiereglementen en politiebesluiten, voor de bestuurlijke politie op het grondgebied van de gemeente en voor dringende politieverordeningen is de burgemeester bevoegd voor de uitvoering van de wetten, de decreten en de uitvoeringsbesluiten van de federale overheid, het gewest of de gemeenschap tenzij die bevoegdheid uitdrukkelijk aan een ander orgaan van de gemeente is opgedragen</p>

Besluit

De burgemeester beslist:

Artikel 1

Bovenop het basisscenario actief lokale uitbraken beheren en complementair werken met het centrale contact- en opsporingswerk.

Artikel 2

Aan de maatschappelijk werkers van de sociale dienst te vragen om in samenwerking met de Zorgraad: 

  1. moeilijk te bereiken patiënten (bv. kansarmen, mensen met taalproblemen, doelgroepen met multiculturele achtergrond, mensen met armoedeproblemen etc) te helpen hun contactpersonen door te geven aan het centrale contactonderzoek en hen te helpen bij het volhouden van een thuisisolatie (COVID-coaching)
  2. lokaal complexere situaties uit te zoeken waar mogelijk risicovolle contacten zijn geweest
  3. lokaal uitbraken te analyseren en verbanden te leggen tussen patiënten en zelf aan bronnenonderzoek te doen, wat op zijn beurt kan leiden tot meer sensibilisatie naar een specifieke doelgroep) of maatregelen (sluiten van een locatie, handhaving van veiligheidsmaatregelen) (lokale brononderzoeker).

Artikel 3

Samen te werken met de zorgraad en het COVID-19 team van de zorgraad om de lokale zorgverleners in de regio te activeren.

Artikel 4

De burgemeesterbeslissing van 27 juli 2020 betreffende de lokale contactopsporing om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken op te heffen met ingang van 14 augustus 2020.