Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_02326 - Collegebeslissing betreffende het deels verlenen van een omgevingsvergunning onder strikte voorwaarden (OMV_2020047070) aan de heer en mevrouw Jan De Backer - Floor Vandierendonck

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/08/2020 - 16:00 Auditorium
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02326 - Collegebeslissing betreffende het deels verlenen van een omgevingsvergunning onder strikte voorwaarden (OMV_2020047070) aan de heer en mevrouw Jan De Backer - Floor Vandierendonck 2020_CBS_02326 - Collegebeslissing betreffende het deels verlenen van een omgevingsvergunning onder strikte voorwaarden (OMV_2020047070) aan de heer en mevrouw Jan De Backer - Floor Vandierendonck

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen, digitaal ingediend op 16 april 2020 door de heer en mevrouw Jan De Backer – Floor Vandierendonck, Kolmstraat 44 in Kruisem voor het verbouwen en uitbreiden van een woning in Aalter, Kleine Boswijk 4 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 6, sectie A, nrs. 0291H, 0250B, 0246B, 0292T en 0291L;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 4 mei 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de gewone procedure;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 15 juli 2020 als volgt:

‘Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, is volgens het gewestplan Eeklo-Aalter gelegen in een agrarisch gebied. De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning, het slopen van een vrijstaand bijgebouw, het plaatsen van een zwembad, het rooien van hoogstammige bomen, en het bebossen van weilanden, en is principieel in strijd met deze geldende plannen en voorschriften. 

Het verbouwen en uitbreiden van de woning alsook het slopen van het bijgebouw voldoet aan de basisrechten voor zonevreemde constructies.

Openbaar Onderzoek:

De aanvraag werd van 14 mei 2020 tot en met 12 juni 2020 onderworpen aan een openbaar onderzoek. Er werden geen bezwaren en/of opmerkingen ingediend.

Externe adviezen:

Het advies van het Departement Landbouw en Visserij werd ingewonnen. Op 5 juni 2020 werd een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig en een gedeeltelijk ongunstig advies verleend.  Het verbouwen en uitbreiden van de woning wordt voorwaardelijk gunstig geadviseerd als voldaan wordt aan de normen van het decreet met betrekking tot zonevreemde woningen en gebouwen en op voorwaarde dat de niet-overdekte constructies bij de woning maximaal 80m² groot zijn.  Daarom dat het  aanleggen van twee grote terrassen en de vijver ongunstig wordt geadviseerd.  Het bebossen van de omliggende weilanden wordt ongunstig geadviseerd omdat hierover eerder reeds ongunstig werd geadviseerd.

Het advies van het agentschap Onroerend Erfgoed werd ingewonnen. Op 16 juni 2020 werd een gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig en een gedeeltelijk ongunstig advies verleend.  De verbouwing van het bestaande woonhuis wordt gunstig geadviseerd mits de gevels van het oorspronkelijke woonhuis in een lichte neutrale tint geschilderd of gekaleid worden.  Omdat het dossier onvoldoende informatie bevat (nauwkeurige beschrijving van de werken, uitvoeringstechniek en materialen) wordt de heraanleg van de omgeving ongunstig geadviseerd.

Beide adviezen worden bijgetreden.

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

gemeentelijke verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 17 november 2011;

gemeentelijke verordening van 19 december 2013 inzake het plaatsen van windturbines;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;

De aanvraag is niet in strijd met de bovenstaande verordeningen.

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

De aanvraag is in strijd met de bovenstaande verordening: de dakoppervlakte van de bestaande woning waar wordt tegenaan gebouwd, wordt aangesloten op de nieuwe regenwaterput van de uitbreiding. Voor de werkzaamheden was de woning niet aangesloten op een hemelwaterput, een infiltratievoorziening of een buffervoorziening. Bij de berekening van het afwaterend oppervlak en de dimensionering van de infiltratievoorziening dient de dakoppervlakte van de bestaande woning in rekening worden gebracht. Ook de overloop van de IBA wordt naar de wadi afgeleid. Er wordt een motivatienota voor afwijking aan het hemelwaterformulier toegevoegd.

Historiek van de stedenbouwkundige vergunningen op het perceel:

Niet relevant.

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening.

Watertoets:

Het voorliggende project is gelegen in een infiltratiegevoelig maar nabij een mogelijks overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem en zal geen schadelijk effect veroorzaken.

Toetsing aan de omgevingseffecten:

Niet relevant.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen ten zuiden van de woonkern van Poeke, in een omgeving die zich voornamelijk kenmerkt door akkerlanden. Het terrein in kwestie kenmerkt zich door een lange oprit omringd door weilanden, die uitgeeft op een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit een bouwlaag onder zadeldak met een lage aanbouw. In de tuinzone bevindt zich een houten garage met een aangebouwde serre en een vrijstaande schuur. De bouwheer wenst de aanbouw en de houten garage met de serre te slopen, de bestaande schuur blijft behouden. De woning wordt nadien uitgebreid met een oppervlakte van 114,43 m² en een nokhoogte van 6,11 m onder zadeldak. Het totale volume van de woning bedraagt na de werken 876 m³, wat in overeenstemming is met de zonevreemde bepalingen. Er worden twee terrassen aangelegd met een totale oppervlakte van 189,07 m² en een zwembad met een oppervlakte van 80 m². Buiten de noodzakelijke verhardingen tot toegang van de woning kan men conform de zonevreemde wetgeving slechts een maximale oppervlakte van 80m² bijkomende niet-overdekte constructies aanleggen, wat in dit geval overschreden wordt. 

Er worden 4 lindes en 4 wilgen gerooid, en er worden nadien 12 nieuwe bomen aangeplant. Er worden nieuwe houtkanten, boszones, een boomgaard, een vijver, bomenrijen en een wadi voorzien in omliggende weilanden. Beide ingewonnen externe adviezen gaven een ongunstig advies voor de volledige heraanleg van de omgeving, en worden bijgetreden. De volledige heraanleg, alsook het vellen van bomen wordt dan ook uit de vergunning gesloten. 

Het uitbreiden van de woning wordt toegestaan mits het strikt naleven van de opgelegde voorwaarden.

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden verleend voor het uitbreiden van de woning, mits het strikt naleven van de opgelegde voorwaarden.

De heraanleg van de omgeving (houtkant, boszones, boomgaard, vijver, bomenrijen en een wadi) en het vellen van bomen wordt uit de vergunning gesloten.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De omgevingsvergunning deels te verlenen en deels te weigeren aan de heer en mevrouw Jan De Backer – Floor Vandierendonck, Kolmstraat 44 in Kruisem.  De vergunning wordt verleend voor het verbouwen en uitbreiden van een woning en de vergunning wordt geweigerd voor de heraanleg van de omgeving (houtkant, boszones, boomgaard, vijver, bomenrijen en een wadi) en het vellen van bomen, in Aalter, Kleine Boswijk 4 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 6, sectie A, nrs. 0291H, 0250B, 0246B, 0292T en 0291L.  

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

De aanvrager dient het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor de vergunning is verleend. De kennisgeving gebeurt via het omgevingsloket, 35 dagen nadat de melding van aanplakking van de beslissing is gebeurd. Ga naar het tabblad “Uitvoering” en vervolgens naar “ACTIES”. Onder de “Verplichte acties” kan de start van de werken ingegeven en verstuurd worden.

Artikel 2

Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De werken mogen pas aanvatten 36 dagen na aanplakking van de omgevingsvergunning op de bouwplaats. Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.

2. Alle afbraakmateriaal en puin dienen onmiddellijk van het terrein te worden verwijderd. Bij aanwezigheid van asbest dienen de wettelijke procedures gevolgd te worden om een correcte verwijdering ervan te garanderen. Voor meer inlichtingen omtrent asbest zie www.ovam.be/omgaan-met-asbest.

3. Er wordt extra aandacht gevestigd op de Algemene voorwaarden bouwprojecten goedgekeurd door het gemeentebestuur van Aalter op 22 juni 2020. 

4. De aanvang van de werken kan pas nadat de gemeentelijke administratie op de bouwplaats heeft vastgesteld dat de inplanting conform is aan het goedgekeurde plan. Telefonisch afspraak maken op het nummer 09 325 22 00.

5. Bij beschadiging van het openbaar domein (fiets- en voetpaden, openbaar groen) dient dit in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

6. De gemeenteraad keurde op 11 maart 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op private ingebruikname van het openbaar domein. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.

7. De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op afgifte van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige en planologische attesten en openbaar onderzoek. De factuur wordt opgestuurd naar de aanvrager na afgifte van de omgevingsvergunning.

8.  De totale oppervlakte van de terrassen en het zwembad dient beperkt te worden tot maximaal 80m².

9. De overloop van de individuele behandelingsinstallatie voor het huishoudelijk afvalwater dient rechtstreeks aangesloten te worden op een gracht.

10. De motivatienota voor afwijking bijgevoegd bij het hemelwaterformulier wordt niet aanvaard. Een aangepast rioleringsplan met herdimensionering van de infiltratievoorziening dient aan het gemeentebestuur te worden bezorgd.

11. De gevels van het oorspronkelijk woonhuis moeten in een lichte neutrale tint geschilderd of gekaleid worden.

Artikel 3

De omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning. 

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.

Artikel 5

De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen.