Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_02309 - Collegebeslissing betreffende het weigeren van een omgevingsvergunning (OMV_2020063115) aan de heer en mevrouw Daniël Eeckhout - Pauline Cooreman

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/08/2020 - 16:00 Auditorium
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02309 - Collegebeslissing betreffende het weigeren van een omgevingsvergunning (OMV_2020063115) aan de heer en mevrouw Daniël Eeckhout - Pauline Cooreman 2020_CBS_02309 - Collegebeslissing betreffende het weigeren van een omgevingsvergunning (OMV_2020063115) aan de heer en mevrouw Daniël Eeckhout - Pauline Cooreman

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen, digitaal ingediend op 14 mei 2020 door de heer en mevrouw Daniël Eeckhout - Pauline Cooreman, Kerkstraat 75 in Aalter voor het regulariseren van een meergezinswoning in Aalter, Kerkstraat 3 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie D, nr. 0687M;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 8 juni 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld wordt conform de vereenvoudigde procedure;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 22 juli 2020 als volgt:

‘Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan Knesselare centrum, meer bepaald in een zone waar meergezinswoningen zijn toegestaan. De aanvraag betreft het regulariseren van een meergezinswoning en is principieel in overeenstemming met deze geldende plannen en voorschriften.

Openbaar Onderzoek:

Een openbaar onderzoek is niet vereist. De aanpalende eigenaars werden aangeschreven op 10 juni 2020.  De regularisatieaanvraag gaf aanleiding tot een bezwaarschrift van de aanpalend eigenaar. Daarbij wordt gevraagd om 2 voorwaarden op te leggen opdat de situatie geregulariseerd zou kunnen worden, met name dat ten aanzien van de klager geen vensters of terrassen met inkijk gerealiseerd kunnen worden en het behoud van de ondoorzichtige scheiding met een hoogte van minstens 1.8 meter ten aanzien van de achtergelegen terrassen. De bewaarindiener stelt ook dat een deel van het in de aanvraag opgenomen gebouw geen eigendom is van de aanvrager en dat daarom dit deel van het gebouw uit de vergunning zou moeten geschrapt worden. Na evaluatie van het bezwaarschrift blijkt dat de eigendomssituatie niet aan de hand van unieke stavingsstukken noch van de aanvrager noch van de klager aangetoond werd en bijgevolg dit element niet verder meegenomen wordt.

Externe adviezen:

Het advies van Provincie Oost-Vlaanderen werd ingewonnen. Op 11 juni 2020 werd een gunstig advies verleend.

Het advies van Hulpverleningszone Meetjesland werd ingewonnen. Op 8 juli 2020 werd een voorwaardelijk gunstig advies gegeven.

Beide adviezen worden bijgetreden.

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

gemeentelijke verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 17 november 2011;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

gemeentelijke verordening van 19 december 2013 inzake het plaatsen van windturbines;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;

De aanvraag is niet in strijd met de geldende verordeningen.

Historiek van de stedenbouwkundige vergunningen op het perceel:

Op 9 november 1998 werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd voor het bouwen van een woning met een duplex.

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening.

Watertoets:

Het voorliggende project is niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem. Er wordt geoordeeld dat er geen schadelijk effect zal worden veroorzaakt. 

Toetsing aan de omgevingseffecten:

Niet relevant.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen in de woonkern van Knesselare, in een omgeving die zich kenmerkt door een heterogene bebouwing. Op het perceel bevindt zich een gebouw dat omgevormd werd naar meergezinswoningen en waarvoor een regularisatie wordt gevraagd. De bouwheer wenst het gebouw te regulariseren naar 4 appartementen met een oppervlakte van respectievelijk 64,39 m² + 18,2 m² buitenruimte, 55,96 m² + 6,8 m² buitenruimte, 68,77 m² + 6,8 m² en 71,67m². Het gebouw is qua bestemming en gabariet passend in de omgeving.  De grootte van de aparte appartementen is er evenwel te klein om een kwaliteitsvol woonklimaat te garanderen: het is niet wenselijk dat appartementen (nr. 3 en 4) over meerdere woonlagen en tot in de zolderverdieping onder dak gespreid worden. De buitenomgeving is heel summier en staat ook niet in verhouding met een opdeling naar 4 entiteiten. Een kwaliteitsvolle inrichting en woonomgeving dient voorop te staan. Het bestaande gebouw kan onmogelijk kwaliteitsvol opgedeeld worden in 4 wooneenheden maar laat maximaal 3 aparte wooneenheden toe.

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen wordt geweigerd.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 §2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen te weigeren aan de heer en mevrouw Daniël Eeckhout - Pauline Cooreman, Kerkstraat 75 in Aalter voor het regulariseren van een meergezinswoning in Aalter, Kerkstraat 3 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie D, nr. 0687M.

Artikel 2

Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.

Artikel 3

De omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning.

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.