Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_02327 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een advies inzake een omgevingsvergunning (OMV_2020063463) aan FrieslandCampina Belgium nv

College van Burgemeester en Schepenen
ma 03/08/2020 - 16:00 Auditorium
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Afwezig

Kristof De Blaere

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02327 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een advies inzake een omgevingsvergunning (OMV_2020063463) aan FrieslandCampina Belgium nv 2020_CBS_02327 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een advies inzake een omgevingsvergunning (OMV_2020063463) aan FrieslandCampina Belgium nv

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag digitaal ingediend op 26 mei 2020 door FrieslandCampina Belgium nv, Venecolaan 17 in Aalter, betreffende het plaatsen van een warmtekrachtkoppeling met bijhorende buffertank en hoogspanningscabine in Aalter, Venecolaan 17 en gekend in het kadaster als Aalter afd 1, sectie B, nrs. 0034E, 0040E en 0047A 2 en afd 3, sectie H, nrs. 0039A en 0041A;

Gelet op de toepasselijke rubrieken volgens het Vlaams reglement betreffende de omgevingsvergunning:

  • 12.1.1.2°a) vast opgestelde motor met inwendige verbranding met een vermogen van 1.625 kVA
  • 12.2.2° 10 transformatoren met individuele nominale vermogens van 4 x 1.600 kVA, 4 x 2.000 kVA en 2x 2.500 kVA en een totaal vermogen van 19.400 kVA
  • 31.1.2°a) een WKK en aanhorigheden met een totaal vermogen van 3.057,75 kW
  • 43.3.2° stookinstallaties met een totaal vermogen van 66,708 MW
  • 43.4° installaties voor het verbranden van brandstof met een totaal vermogen van 66,708 MW;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 17 juni 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de gewone procedure;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 14 juli 2020 als volgt:

'Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het perceel is volgens het gewestplan Eeklo-Aalter gelegen in een industriegebied. De aanvraag betreft het plaatsen van een WKK met bijhorende buffertank en een hoogspanningscabine. De aanvraag is principieel in overeenstemming met deze geldende plannen.

Openbaar onderzoek:

Een openbaar onderzoek werd georganiseerd van 26 juni 2020 tot en met 25 juli 2020. Er werden geen bezwaren ingediend.

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

  • gemeentelijke verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 17 november 2011;

  • gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

  • gewestelijke verordening van 1 maart 2010 inzake de toegankelijkheid van gebouwen;

  • gemeentelijke verordening van 19 december 2013 inzake het plaatsen van windturbines;

De aanvraag doorstaat de toetsing aan de geldende verordeningen.

Historiek van de vergunningen op het perceel:

  • 14 november 2002: het verlenen van een milieuvergunning betreffende de hernieuwing van de ingedeelde inrichting
  • 23 oktober 2003: het verlenen van een milieuvergunning betreffende een mededeling kleine verandering
  • 22 december 2003: het verlenen van een tijdelijke milieuvergunning ter behandeling van waterzuiveringsslib
  • 24 juni 2004: het verlenen van een milieuvergunning voor slibbehandeling
  • 20 oktober 2005: het verlenen van een milieuvergunning voor de uitbreiding van de grondwaterwinning en het veranderen van een ingedeelde inrichting
  • 15 december 2005: het verlenen van een milieuvergunning betreffende een mededeling kleine verandering
  • 9 oktober 2008: het verlenen van een milieuvergunning betreffende de uitbreiding van een grondwaterwinning
  • 14 april 2010: het verlenen van een milieuvergunning betreffende een controleerbare noodaansluiting voor bedrijfsafvalwater op de bedrijfssite
  • 23 juni 2011: het verlenen van een milieuvergunning betreffende een mededeling kleine verandering
  • 17 oktober 2013: het verlenen van een milieuvergunning betreffende de footprint
  • 22 november 2014: het verlenen van een milieuvergunning betreffende een controleerbare noodaansluiting voor het bedrijfsafvalwater op de RWZI
  • 9 november 2017: het verlenen van een milieuvergunning voor het uitbreiden van een ingedeelde inrichting
  • 22 november 2018: het verlenen van een omgevingsvergunning voor de aanleg van een parking en verandering van een ingedeelde inrichting (OMV_2018081827)
  • 22 februari 2020: het verlenen van een bijstelling van de lozingsvoorwaarden (OMV_2019091746).

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening (B.S. 29 april 2013) in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening (B.S. 20 april 2012), namelijk 3 a) industriële installaties voor de productie van elektriciteit, stoom en warm water met uitzondering van kernenergiecentrales.

Watertoets:

Het voorliggende project is gelegen in een infiltratiegevoelig en niet-overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem. Er wordt geoordeeld dat er geen schadelijk effect zal worden veroorzaakt.

Toetsing aan de omgevingseffecten:

De aanvraag betreft een uitbreiding van een bestaande klasse 1-inrichting, waarbij een WKK wordt voorzien op gas voor de opwekking van warmte en elektriciteit. Bijhorend wordt een transfolokaal voorzien.

De nieuwe WKK heeft een vermogen van 2.842 kW en maakt gebruik van aardgas als brandstof. In functie van de installatie van een WKK werd een energiestudie opgemaakt. Uit de studie komt naar voor dat de WKK de meest energie-efficiënte inrichting is die economisch haalbaar is en bijgevolg als BBT kan worden beschouwd. De WKK-unit wordt buiten voorzien naast het bestaand stookketelgebouw.

De unit wordt in een geluidsarme stalen container geplaatst op een betonnen sokkel. De transformator die bijgeplaatst wordt is olie-gekoeld en wordt ingekuipt. Op deze manier wordt de impact naar de bodem tot een minimum beperkt. Op 23 april 2019 werd door OVAM nog een oriënterend bodemonderzoek van de site goedgekeurd. Het voorzien van de WKK-unit is een investering in een decentrale energie productie-eenheid ter opwekking van warmte en elektriciteit. De belangrijkste gepaarde emissies hierbij zijn lucht en geluid. De luchtemissies worden geëmitteerd via een schoorsteen met een uitlaatopening op ongeveer 12 m hoogte.

Uit de resultaten van de luchtberekening dient de jaargemiddelde NOx-bijdrage als verwaarloosbaar te worden beschouwd. Er wordt dan ook geen significante negatieve impact verwacht ten aanzien van de kwaliteit van de omgevingslucht. Bij slechte meteorologische condities (lage windsnelheid, temperatuursinversie en lage menghoogte), welke slechts 18 uren per jaar voorkomen, is in de geplande situatie een beperkt negatief effect (bijdrage < 2 %) aanwezig ter hoogte van de beoordelingspunten 1, 3 en 4. Omwille van de beperkte negatieve bijdrage dient onderzocht te worden of er bijkomend milderende maatregelen (vrijblijvend) kunnen genomen worden. Als mogelijkheid wordt vermeld om de schoorsteen te verhogen tot 15 m. Echter is de verminderde bijdrage zodanig beperkt dat het milieuvoordeel niet opweegt tegen de meerkost. Algemeen kan gesteld worden dat de impact op vlak van de luchtemissies- en immissies beperkt is in navolging van de uitbreiding.

Voor de bouw van een nieuwe WKK werd een akoestische studie opgemaakt. Op basis van de studie kan worden geoordeeld dat de geluidswaarden de drempelwaarden van Vlarem niet overschrijden. Het voorzien van een nieuwe WKK zorgt bijgevolg niet voor een significant negatieve impact naar de omgeving toe.

In de aanvraag wordt een afwijking gevraagd op artikel 4.4.2.2.§1 van Vlarem II, '...Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vindt de emissie naar de lucht plaats via een schoorsteen die minstens 1 meter hoger is dan de nok van het dak van de woningen, bedrijfs- en andere gebouwen die gewoonlijk door mensen bezet zijn, gelegen in een straal van 50 meter rond de schoorsteen. In de omgevingsvergunning voor de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit kan een minimumschoorsteenhoogte worden opgelegd. Dit tweede lid is niet van toepassing voor bestaande inrichtingen....'. Op 48 m afstand ten opzichte van de nieuw te bouwen schoorsteen bevindt zich de melkpoeder-afdeling met een hoogte van 28 m. Gezien enerzijds de kosten van een schoorsteen met een hoogte van 29 m niet opwegen ten opzichte van het milieuvoordeel (zoals weergegeven in de luchtberekening) wordt een afwijking gevraagd. Gezien de motivatie kan de gevraagde afwijking worden toegestaan.

De gewijzigde impact naar de omgeving is eerder beperkt en er is geen bijkomend risico voor de mens of het milieu.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

De bouwplaats ligt binnen de industriezone Lakeland waar de ordening is vastgelegd door de bestaande bedrijfsgebouwen. De site grenst aan de Zuidleiestraat en de Venecolaan. In de nabije omgeving bevinden zich enkel industriële gebouwen. Op de site bevinden zich reeds meerdere gebouwen van FrieslandCampina Belgium nv. De gebouwen worden behouden.

De aanvraag betreft het deels verwijderen van bestaande verharding, het plaatsen van een prefab hoogspanningscabine met groene gevelbepleistering en het bouwen van een nieuwe warmtekrachtkoppeling met bijhorende buffertank.

De nieuwe WKK wordt voorzien om decentrale energie op te wekken, nl. warmte en elektriciteit en wordt uitgevoerd in een geluidswerende metalen omkasting. Om de verbrandingsgassen af te leiden wordt een schoorsteen voorzien met een hoogte van 12 m. De buffertank betreft een geïsoleerde cilindrische metalen tank met een hoogte van 16,12 m en een diameter van 3,2 m, geplaatst op een betonnen fundering. In de buffertank wordt warm water opgeslagen in functie van de WKK. De inplanting gebeurt tussen de bestaande gebouwen en is op die manier mooi geïntegreerd op de site.

De prefab hoogspanningscabine wordt uitgevoerd in groene crepi en heeft als maten 7,5 m x 4,0 m x 3,5 m. De hoogspanningscabine wordt uitgevoerd naast de WKK.

Het concept sluit volledig aan bij de bestaande bedrijfsgebouwen en zowel de inplanting, de vormgeving en de gevelmaterialen kunnen worden aanvaard. Het project getuigt van een duurzame invulling van het bedrijventerrein. De plaatselijke aanleg wordt niet in het gedrang gebracht. De aanvraag is voor vergunning vatbaar.'

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning kan worden verleend.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Gunstig advies te verlenen voor de omgevingsvergunningsaanvraag van FrieslandCampina Belgium nv, Venecolaan 17 in Aalter, betreffende het plaatsen van een WKK met bijhorende buffertank en hoogspanningscabine in Aalter, Venecolaan 17 en gekend in het kadaster als Aalter afd 1, sectie B, nrs. 0034E, 0040E en 0047A 2 en afd 3, sectie H, nrs. 0039A en 0041A .