2020_CBS_02487 - Collegebeslissing betreffende de aanleg van dienstpaden langs spoorlijn L50A naar aanleiding van het project Aanleg 3e en 4e spoor

Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van prefusiebestuur Aalter van 12 februari 2018 betreffende de samenwerkingsovereenkomst Burgerlijke bouwkunde voor de aanleg van het 3de en 4de spoor op de lijn L50a tussen Gent en Brugge - baanvak Aalter – Beernem - op grondgebied van gemeente Aalter tussen Infrabel, NMBS, gemeentebestuur Aalter en Aquafin;

Gelet op de vooruitgang in het project Aanleg 3de en 4de spoor, meer bepaald de 3^de fase voor de aanleg van alle infrastructuur tussen Beernem en Aalter;

Overwegende dat er binnen het project ‘Aanleg 3^de en 4^de spoor’ langswegen worden verplaatst, en dienstpaden en nieuwe langswegen worden aangelegd; dat een aantal van deze wegen opgenomen wordt in de kleine wegenis en een openbaar karakter krijgen; dat deze openbare langswegen en dienstpaden als ‘fiets-o-strade’ fungeren;

Overwegende dat de ‘fiets-o-strade’ volgens het ontwerp en onderbroken tracé vertoont; dat zowel langswegen als dienstpaden niet overal doorlopen;

Overwegende dat bij uitvoering werd vastgesteld dat de dienstpaden wel konden doorgetrokken worden langsheen de noordzijde van de spoorweg; dat dit een meerwaarde zou kunnen betekenen om een doorlopende verbinding te maken tussen het station van Sint-Maria-Aalter en het station van Aalter, die als trage weg kan fungeren;

Overwegende dat de vraag werd gesteld of het gemeentebestuur voorstander zou zijn om deze verbinding door te trekken; dat voorgesteld wordt deze paden door te trekken en mee op te nemen in de kleine wegenis;

Overwegende dat dit volgens de geest van de samenwerkingsovereenkomst impliceert dat het beheer en onderhoud van deze paden en alle infrastructuur palend aan deze paden ten laste van het gemeentebestuur vallen;

Overwegende dat minimaal werd onteigend om dit project te realiseren; dat de dienstpaden op bepaalde plaatsen slechts 1,5 meter breed kunnen aangelegd worden; dat dit het onderhoud van het pad en de aanpalende infrastructuur bemoeilijkt;

Overwegende dat de dienstpaden oorspronkelijk in halfverharding waren voorzien; dat halfverharding in kader van pesticidenvrij beheer te vermijden valt; dat het onderhoud van een halfverharding erg arbeidsintensief en duur is; dat een kws-verharding minder onderhoud vraagt;

Overwegende dat het opdrachtgevend bestuur voorstelt de paden door te trekken en de verharding uit te voeren in een eenlaagse asfaltverharding;

Overwegende dat volgende kostenverdeling voorgesteld wordt:

• De overlaging van de voorziene onverharde dienstpaden valt ten laste van het project ‘Aanleg 3^e en 4^e spoor’
• De aanleg en overlaging van de nieuwe paden valt ten laste van het gemeentebestuur

Overwegende dat de kostprijs van het gemeentelijk aandeel geraamd wordt op 40.000 euro;

Overwegende dat er geen budget voorzien is voor deze uitgave; dat de budgetvoorstellen voor investeringen naar aanleiding van de aanleg van het 3^e en 4^e spoor bij de opmaak van het meerjarenplan 2020-2025 niet werden weerhouden;

Overwegende dat er nog voldoende budget beschikbaar is onder budgetsleutel 2020/ACT-1781/0200-20/614010/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN (ACT-1781 Preventief en curatief onderhoud wegen, voetpaden en fietspaden. – 200.000 € beschikbaar); dat het geraamd bedrag voor 2020 niet volledig zal aangewend worden; dat voorgesteld wordt de nodige budgetten ten bedrage van 40.000 euro vrij te maken door een verschuiving van het beschikbaar budget onder budgetsleutel 2020/ACT-1781/0200-20/614010/GEMEENTE/CBS/IP-GEEN;