Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_02436 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020072570) aan de heer en mevrouw Stijn De Clercq - Anneleen Ally

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 16:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Afwezig

Kris Ally

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02436 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020072570) aan de heer en mevrouw Stijn De Clercq - Anneleen Ally 2020_CBS_02436 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020072570) aan de heer en mevrouw Stijn De Clercq - Anneleen Ally

Motivering

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen, digitaal ingediend op 4 juni 2020 door de heer en mevrouw Stijn De Clercq - Anneleen Ally, Moerstraat 12 in Aalter voor het verbouwen van een eengezinswoning in Aalter, Lotenhullestraat 84 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 4, sectie C, nr. 359L en 359M;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 29 juni 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de vereenvoudigde procedure en dat een openbaar onderzoek niet is vereist;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 11 augustus 2020 als volgt:

‘Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het terrein waarop de aanvraag betrekking heeft, is volgens het gewestplan Eeklo-Aalter gelegen in een valleigebied. De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning en is principieel in strijd met deze geldende plannen en voorschriften. De aanvraag voldoet aan de basisrechten voor zonevreemde constructies en doorstaat de legaliteitstoets.

Openbaar Onderzoek:

Een openbaar onderzoek is niet noodzakelijk.

Externe adviezen:

Het advies van Onroerend Erfgoed werd ingewonnen. Op 2 juli 2020 werd beslist om geen advies te verlenen.

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

gemeentelijke verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd bij besluit van de deputatie van 17 november 2011;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

gemeentelijke verordening van 19 december 2013 inzake het plaatsen van windturbines;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;

De aanvraag is niet in strijd met de geldende verordeningen.

Historiek van de stedenbouwkundige vergunningen op het perceel:

Op 19 maart 1964 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een woning.

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening.

Watertoets:

Het voorliggende project is gelegen in een infiltratiegevoelig en niet-overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem en zal geen schadelijk effect veroorzaken.

Het project is gelegen binnen het afstromingsgebied van de onbevaarbare waterloop van tweede categorie O.321 Kraenepoelloop in het beheer van de provincie.

Het rioleringsplan voldoet niet op vlak van afvoer grijs en zwart water. Het project is gelegen in een te optimaliseren buitengebied, een groene cluster volgens het zoneringsplan. De plaatsing van een septische put is verplicht waarop zowel het zwart als het grijs afvalwater dient te worden op aangesloten.

Toetsing aan de omgevingseffecten:

Niet relevant.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen in de woonkern van Bellem, in een omgeving die zich voornamelijk kenmerkt door vrijstaande woningen. Op het perceel bevindt zich een vrijstaande eengezinswoning bestaande uit een bouwlaag onder schilddak met in de tuinzone een zwemvijver. Achter de woning bevindt zich een aanbouw bestaande uit een bouwlaag onder schilddak.

De bouwheer wenst de aanbouw te slopen en een nieuwe aanbouw te bouwen. Het dak van het hoofdvolume wordt verwijderd, en er wordt een volume met plat dak op gebouwd. De bestaande façade wordt afgebroken zodat er kan geïsoleerd worden, waarna een nieuwe gevelsteen wordt geplaatst. 

De nieuwe bouwdiepte op gelijkvloers bedraagt na de werken 20 m, en op verdiep 12 m. De maximale hoogte bedraagt na de werken 6 m onder plat dak. Het totale volume na de werken bedraagt 996,64 m³. Het geheel wordt afgewerkt met lichtgrijze gevelsteen en aluminium schrijnwerk. Het ontwerp kan qua inplanting, vormgeving en materiaalgebruik in deze omgeving worden aanvaard. 

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen kan worden verleend.

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen te verlenen aan de heer en mevrouw Stijn De Clercq - Anneleen Ally, Moerstraat 12 in Aalter voor het verbouwen van een eengezinswoning in Aalter, Lotenhullestraat 84 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 4, sectie C, nr. 359L en 359M.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

De aanvrager dient het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor de vergunning is verleend. De kennisgeving gebeurt via het omgevingsloket, 35 dagen nadat de melding van aanplakking van de beslissing is gebeurd. Ga naar het tabblad “Uitvoering” en vervolgens naar “ACTIES”. Onder de “Verplichte acties” kan de start van de werken ingegeven en verstuurd worden.

Artikel 2

Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De werken mogen pas aanvatten 36 dagen na aanplakking van de omgevingsvergunning op de bouwplaats. Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.

2. Alle afbraakmateriaal en puin dienen onmiddellijk van het terrein te worden verwijderd. Bij aanwezigheid van asbest dienen de wettelijke procedures gevolgd te worden om een correcte verwijdering ervan te garanderen. Voor meer inlichtingen omtrent asbest zie www.ovam.be/omgaan-met-asbest.

3. Er wordt extra aandacht gevestigd op de Algemene voorwaarden bouwprojecten goedgekeurd door het gemeentebestuur van Aalter op 22 juni 2020. 

4. Bij beschadiging van het openbaar domein (fiets- en voetpaden, openbaar groen) dient dit in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

5. De gemeenteraad keurde op 11 maart 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op private ingebruikname van het openbaar domein. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.

6. De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op afgifte van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige en planologische attesten en openbaar onderzoek. De factuur wordt opgestuurd naar de aanvrager na afgifte van de omgevingsvergunning.

7.Indien de verharding niet wordt aangesloten op de infiltratievoorziening maar het regenwater van deze verharding ter plaatse infiltreert in de bodem dient deze niet in rekening te worden gebracht bij de berekening van de dimensionering van de voorziening.

8. Het project is gelegen in een te optimaliseren buitengebied, een groene cluster volgens het zoneringsplan. Zowel het zwart als het grijs afvalwater dient te worden aangesloten op een septische put. Een aangepast rioleringsplan dient aan het gemeentebestuur te worden bezorgd.

9. De bestaande oprit dient te worden behouden. Indien buitengewone werken aan de onbevaarbare waterloop van de 2de categorie de Kraenepoelloop worden uitgevoerd (aanleg van bijkomende lozingspunten; aanpassingen overwelving en kopmuren) is een bijkomende machtigingsaanvraag vereist naar de provincie zoals toegelicht op https://oost-vlaanderen.be/wonen-en-leven/waterlopen/machtiging-werkenaaneenwaterloop.html en vermeld in art 12 van de Algemene Voorwaarden bouwprojecten.

Artikel 3

De omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning. 

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.

Artikel 5

De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen.