Terug
Gepubliceerd op 31/08/2020

2020_CBS_02420 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020048833) aan Pipa Immo bvba

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 16:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02420 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020048833) aan Pipa Immo bvba 2020_CBS_02420 - Collegebeslissing betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning (OMV_2020048833) aan Pipa Immo bvba

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 15 §1 dat stelt dat het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg is bevoegd voor volgende aanvragen van: 1° de gemeentelijke projecten, 2° andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of deputatie bevoegd is;

Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), met latere wijzigingen, inzonderheid deel 3 (betreffende het opleggen van bijzondere vergunningsvoorwaarden), deel 4 (betreffende de algemene milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen) en deel 5 (betreffende de sectorale milieuvoorwaarden voor ingedeelde inrichtingen);

Gelet op het decreet betreffende het integraal waterbeleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 8 betreffende het uitvoeren van de watertoets door overheden die over een vergunning, een plan of programma moeten beslissen;

Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006 houdende de vaststelling van de regels voor de scheiding tussen de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsverplichting en de vaststelling van de zoneringsplannen;

Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en zijn wijzigingsbesluiten;

Gelet op de omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen, digitaal ingediend op 27 april 2020 door Pipa Immo bvba, Eentveldstraat 18 in Aalter voor het vernieuwen van twee duivenhokken en het bouwen van een logistieke ruimte in Aalter, Eentveldstraat 18 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie A, nrs. 554D, 554E en 558E;

Gelet op de verklaring van volledigheid en ontvankelijkheid van de aanvraag op 25 mei 2020;

Gelet dat de aanvraag behandeld kan worden conform de gewone procedure;

Overwegende dat de beoordeling van de voorliggende aanvraag als volgt kan worden gemotiveerd:

De gemeentelijk omgevingsambtenaar adviseert de aanvraag op 4 augustus 2020 als volgt:

‘Toetsing aan de regelgeving en de stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften:

Het perceel is gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurd ruimtelijk uitvoeringsplan Knesselare Centrum, meer bepaald in een zone waar geen meergezinswoningen zijn toegestaan. Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie, maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur, wat in dit geval deels woongebied met landelijk karakter, en deels agrarisch gebied is. Het perceel is ook gelegen binnen de grenzen van een goedgekeurde, niet-vervallen verkaveling. De aanvraag betreft het vernieuwen van twee duivenhokken en het bouwen van een logistieke ruimte en is principieel in overeenstemming met deze geldende plannen en voorschriften.

Openbaar Onderzoek:

De aanvraag werd onderworpen aan een openbaar onderzoek dat liep van 4 juni 2020 tot en met 3 juli 2020. Er werden geen bezwaren en/of opmerkingen ingediend.

Externe adviezen:

Het advies van het Departement Landbouw en Visserij werd ingewonnen. Op 5 juni 2020 werd een gunstig advies verleend.

Het advies van Hulpverleningszone Meetjesland werd ingewonnen. Op 10 juli 2020 werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend.

Het advies van Provincie Oost-Vlaanderen, dienst waterbeleid werd ingewonnen. Op 8 juni 2020 werd een voorwaardelijk gunstig advies verleend.

Alle externe adviezen worden bijgetreden, en kunnen worden nagelezen op het omgevingsloket.

De volgende verordeningen zijn van toepassing:

gemeentelijke verordening houdende het vergunningsplichtig maken van meldingsplichtige werken goedgekeurd bij besluit van de gemeenteraad van prefusiebestuur Knesselare van 12 april 2017;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013 inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;

gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 9 juni 2017 voor breedband;

De aanvraag is niet in strijd met de geldende verordeningen.

Historiek van de stedenbouwkundige vergunningen op het perceel:

Niet relevant.

Project-MER-screening:

De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij het besluit van de Vlaamse regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening in uitvoering van het decreet van 23 maart 2012 over de m.e.r.-screening.

Watertoets:

Het voorliggende project is gelegen in een mogelijks overstromingsgevoelig maar niet effectief overstromingsgevoelig gebied en heeft met andere woorden beperkte invloed op het watersysteem. Het zal geen schadelijk effect veroorzaken indien de opgelegde voorwaarden worden nageleefd.

Toetsing aan de omgevingseffecten:

Niet relevant.

Toetsing aan de goede ruimtelijke ordening:

Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, is gelegen ten noorden van de dorpskern Knesselare, in een omgeving die zich kenmerkt door lintbebouwing met hoofdzakelijk eengezinswoningen in een ruimer agrarisch gebied. De ordening wordt er vooral via verkavelingsvergunningen geregeld.

De aanvraag betreft het vernieuwen van 2 duivenhokken en bouwen van een logistieke ruimte bij een bestaand bedrijf. De nieuwe duivenhokken vervangen bestaande constructies terwijl het logistieke gebouw een nieuwbouw is. Deze nieuwbouw is noodzakelijk om sanitaire redenen. De maatvoering van de duivenhokken sluit aan bij de bestaande hokken. Op de site zijn reeds een 17-tal duivenhokken en een ontvangstruimte vergund. Het nieuwe logistieke gebouw sluit oordeelkundig aan bij de bestaande verharding van de parking, op- en afrit. De duivenhokken worden opgericht in een zone bestemd als agrarisch gebied. De logistieke ruimte van 124 m² wordt opgericht in een zone bestemd als woongebied met landelijk karakter. Het advies van het Departement landbouw & visserij is gunstig aangezien de aanvraag geen verdere aantasting van het agrarisch gebied veroorzaakt. Historisch gezien wordt het bedrijf als para-agrarisch bedrijf aanzien. Het oprichten van het logistiek gebouw in de woonzone met landelijk karakter is mogelijk aangezien dergelijke zones bestemd zijn voor woningbouw in het algemeen en voor landbouwbedrijven. De aanvraag is bijgevolg voor vergunning vatbaar.

Standpunt van het college van burgemeester en schepenen:

Het college van burgemeester en schepenen kan zich aansluiten bij dit advies en maakt dit als het hare. De omgevingsvergunning kan worden verleend.

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

De omgevingsvergunning te verlenen aan Pipa Immo bvba, Eentveldstraat 18 in Aalter voor het vernieuwen van twee duivenhokken en het bouwen van een logistieke ruimte in Aalter, Eentveldstraat 18 en gekend in het kadaster als Aalter, afd. 7, sectie A, nrs. 554D, 554E en 558E.

Deze vergunning stelt de aanvrager niet vrij van het aanvragen en verkrijgen van eventuele andere vergunningen of machtigingen, indien nodig als uitvoering van andere regelgevingen.

De aanvrager dient het college van burgemeester en schepenen op de hoogte te brengen van het begin van de werkzaamheden of handelingen waarvoor de vergunning is verleend. De kennisgeving gebeurt via het omgevingsloket, 35 dagen nadat de melding van aanplakking van de beslissing is gebeurd. Ga naar het tabblad “Uitvoering” en vervolgens naar “ACTIES”. Onder de “Verplichte acties” kan de start van de werken ingegeven en verstuurd worden.

Artikel 2

Dat de in artikel 1 bedoelde omgevingsvergunning afhankelijk is van volgende voorwaarden en/of lasten:

1. De werken mogen pas aanvatten 36 dagen na aanplakking van de omgevingsvergunning op de bouwplaats. Het gemeentebestuur staat in voor de aanplakking van de omgevingsvergunning binnen de tien dagen nadat het college van burgemeester en schepenen over de aanvraag heeft beslist. Het gemeentebestuur staat ook in voor de publicatie op de gemeentelijke website.

2. Alle afbraakmateriaal en puin dienen onmiddellijk van het terrein te worden verwijderd. Bij aanwezigheid van asbest dienen de wettelijke procedures gevolgd te worden om een correcte verwijdering ervan te garanderen. Voor meer inlichtingen omtrent asbest zie www.ovam.be/omgaan-met-asbest.

3. Er wordt extra aandacht gevestigd op de Algemene voorwaarden bouwprojecten goedgekeurd door het gemeentebestuur van Aalter op 22 juni 2020. 

4. Bij beschadiging van het openbaar domein (fiets- en voetpaden, openbaar groen) dient dit in zijn oorspronkelijke staat te worden hersteld.

5. De gemeenteraad keurde op 11 maart 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op private ingebruikname van het openbaar domein. Hiervoor dient contact opgenomen te worden met de gemeentelijke administratie op het nummer 09 325 22 00.

6. De gemeenteraad keurde op 16 december 2019 een reglement goed betreffende een contantbelasting op afgifte van de omgevingsvergunning, stedenbouwkundige en planologische attesten en openbaar onderzoek. De factuur wordt opgestuurd naar de aanvrager na afgifte van de omgevingsvergunning.

Artikel 3

De omgevingsvergunning uiterlijk tien dagen na datum waarop de beslissing is genomen via het Omgevingsloket ter kennis te brengen aan de aanvrager en de afdeling Ruimtelijke Ordening, bevoegd voor de omgevingsvergunning. 

Artikel 4

Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in artikel 52 en volgende van het decreet Omgevingsvergunning en artikel 73 en volgende van het besluit Omgevingsvergunning en mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen, Woodrow Wilsonplein 2, 9000 Gent of via www.omgevingsloket.be.

Artikel 5

De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:

1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;

2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;

3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de vergunde stedenbouwkundige handelingen.