Terug
Gepubliceerd op 02/09/2020

2020_CBS_02410 - Collegebeslissing betreffende het inlussen van een klantencabine in de Weststraat 44 op verzoek van Fluvius

College van Burgemeester en Schepenen
ma 17/08/2020 - 16:00 Collegezaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Patrick Hoste, Herlinde Trenson, Dirk De Smul, Mathias Van de Walle, Kristof De Blaere, Philippe Verleyen, Luc De Meyer, Kris Ally, Johan Van den Kerchove, Luc Jolie

Secretaris

Luc Jolie

Voorzitter

Patrick Hoste
2020_CBS_02410 - Collegebeslissing betreffende het inlussen van een klantencabine in de Weststraat 44 op verzoek van Fluvius 2020_CBS_02410 - Collegebeslissing betreffende het inlussen van een klantencabine in de Weststraat 44 op verzoek van Fluvius

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

dlb0031

Motivering

Gelet op de collegebeslissing van 20 januari 2020 betreffende het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een prefab betoncabine met een olietransformator van 125 kVA in de Weststraat aan Aquafin nv;

Gelet op de aanvraag van 30 juli 2020 van Fluvius voor het inlussen van een cabine in de Weststraat 44;

Gelet op het ontwerpplan nr. 337567 met aanduiding van de plaats van de werken;

Overwegende dat klantcabine 6407 Aquafin wordt ingelust naar aanleiding van het vervangen van de 3 pompen, dat het hoogspanningsnet met 36 meter wordt uitgebreid voor de koppeling met de nieuwe cabine; dat de dwarsingen van de straat en de gracht via onderboringen dienen te worden uitgevoerd;

Regelgeving bevoegdheid

Artikel 56 ยง2 van het decreet lokaal bestuur
<p>artikel 56 &sect;2 van het decreet lokaal bestuur: het college oefent de bevoegdheden uit die eraan zijn toevertrouwd overeenkomstig artikel 41, eerste lid, van dit decreet, of overeenkomstig andere wettelijke en decretale bepalingen</p>

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Goedkeuring te verlenen aan de aanvraag en het ontwerpplan nr. 337567 van Fluvius, Bomastraat 11 in Gent voor het inlussen van een cabine van Aquafin nv in de Weststraat 44, mits er rekening gehouden wordt met de volgende voorwaarden:

  • de wegvergunning voor deze werken dient tijdig te worden aangevraagd via www.aalter.be/inname.
  • er dient contact opgenomen te worden met de politie omtrent eventuele wegomleidingen.
  • de aanpalende bewoners en bedrijven dienen minimum 3 werkdagen op voorhand per brief op de hoogte gebracht te worden van de totaliteit van de ondergrondse én bovengrondse werken, de fasering en elke wijziging in de planning. Dit zowel voor de werken in eigen beheer als voor de werken die uitbesteed worden en in opdracht worden uitgevoerd door aannemers. De hinder dient tot een minimum te worden beperkt.
  • het gemeentebestuur wenst een kopie te ontvangen van de brief die gericht wordt aan de bewoners en bedrijven.
  • voor aanvang van de werken dient een plaatsbeschrijving in 3 exemplaren bezorgd te worden aan het gemeentebestuur, die door middel van een fotoreportage een globaal beeld geeft van de huidige toestand van het openbaar domein.
  • alle werken worden uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van het standaardbestek 250 versie 4.1.
  • het aanleggen van de nieuwe leiding onder de rijbaan gebeurt door middel van handboringen of gestuurde boringen. 
  • opbraak van de rijweg in kws-verharding in langsrichting is in geen geval toegelaten. Indien de aanleg van de leidingen in de zijberm technisch onhaalbaar blijkt, dient er contact opgenomen te worden met het gemeentebestuur.
  • aanleg van leidingen in open sleuf is toegestaan ter hoogte van bermen mits er voldaan wordt aan volgende voorwaarden:
  • aanvullingen boven leidingen in open sleuf aangelegd dienen goed te worden gedicht.
  • bermen in steenslagverharding worden met de nodige steenslag heraangelegd, aarden bermen worden terug ingezaaid.
  • resultaten van de genomen slagsonde langs de sleuven in de bermen dienen op vraag van het gemeentebestuur ter beschikking te worden gesteld.
  • voor de kruising van de nutsleidingen met een waterloop dienen volgende voorwaarden te worden opgevolgd:
  • de bovenkant van de leiding dient minimum 1 m lager te liggen dan de bodem van de waterloop. Indien de werkelijke diepte van de waterloop groter is dan zijn wettige diepte dient gerekend te worden met de werkelijke diepte.
  • het horizontale deel van de leiding onder de waterloop dient een lengte te hebben die minimum gelijk is aan b+2d (b = 1,50 m, zijnde de wettige bodembreedte en d = 1,40 m, de wettige diepte van de waterloop). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • bij een uitvoering in open sleuf dient boven het horizontale deel van de leiding onder de waterloop een beschermplaat in beton geplaatst te worden (tenminste 6 cm dik en 0,50 m breed). Indien de werkelijke afmetingen van de waterloop groter zijn dan zijn wettige afmetingen dient te worden gerekend met de werkelijke afmetingen.
  • de waterloop moet na de uitvoering van de werken in zijn oorspronkelijke toestand hersteld worden. Bij een uitvoering in open sleuf dient een degelijke wand- en bodemversterking te worden geplaatst. Eventueel bestaande bodem- en/of taludbekledingen moeten op een degelijke wijze hersteld worden, in dezelfde materialen waarin ze geplaatst werden.
  • de juiste plaats van de kruising dient te worden aangegeven door duidelijk zichtbare, bovengrondse merktekens.
  • ter hoogte van grachten dienen op de grachtbodem de nodige betonplaten te worden geplaatst om de leidingen die onder een gracht doorlopen te beschermen; leidingen dienen minimum 30 cm onder de grachtbodem te worden aangelegd.
  • leidingen aangelegd in de berm evenwijdig met de gracht dienen op minimum 50 cm van de kruin van de gracht te worden aangelegd.
  • in geval van werken ter hoogte van beplanting gelden volgende voorwaarden:
  • beschadiging aan beplanting dient zoveel mogelijk te worden voorkomen door middel van onderboring.
  • de te verwijderen beplanting dient vervangen te worden door nieuwe beplanting van dezelfde soort en maat ofwel dient de beplanting gedurende de duur van de werken (maximaal 1 week) te worden ingekuild en zo snel mogelijk opnieuw te worden aangeplant (bij droogte dient aan de beplanting regelmatig water te worden gegeven).
  • na de uitvoering van de werken dient het openbaar domein volgens de regels van de kunst in goede staat te worden hersteld.
  • het gemeentebestuur wordt in kennis gesteld van de einddatum van de werken zodat een nacontrole kan uitgevoerd worden in aanwezigheid van de opdrachtgever en uitvoerder.