2020_CBS_03576 - Collegebeslissing betreffende de retributie op de gemeentelijke begraafplaatsen

Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019 betreffende de retributie op de gemeentelijke begraafplaatsen in het kader van het gelijk stellen van belastings- en retributiereglementen met ingang van 1 januari 2020;

Overwegende dat zich sinds deze raadsbeslissing van 16 december 2019 een wijziging opdringt betreffende de termijn van de hernieuwingen;

Overwegende dat momenteel een hernieuwing van een concessie voor een willekeurig aantal jaren, met een maximum van 50 jaar, mogelijk is:

Overwegende het voorstel om enkel een éénmalige periode van 25 jaar tot hernieuwing aan te bieden wat voor een administratieve vereenvoudiging zorgt, de verwaarlozing van  graven door ouderdom zal doen afnemen en er op de begraafplaatsen, waar de beschikbare ruimte schaars is, meer ruimte zal gecreëerd worden;

Overwegende het voorstel dat de éénmalige hernieuwing van toepassing is op hernieuwingen die aangevraagd worden vanaf 1 januari 2021;

Overwegende het voorstel om de tarieven als volgt aan te passen:

Overwegende het voorstel om het tarief voor het opgraven van een stoffelijk overschot op te trekken van 750 euro naar 1.500 euro gezien het fysiek zwaar, manueel en hinderlijk werk dat impact heeft op de mentale weerbaarheid van de uitvoerder; dat het opgraven van een stoffelijk overschot veel tijd in beslag neemt;

Overwegende het voorstel om voor het opgraven van kinderen van -12 jaar geen tarief aan te rekenen gezien het emotioneel en menselijk karakter;

Overwegende dat dit belastingreglement ter goedkeuring moet voorgelegd worden aan de gemeenteraad;

Overwegende dat, na goedkeuring, de nieuwe bepalingen bij voorkeur ingaan op de eerste dag van de eerstvolgende maand;